Wereldkampioen Max Euwe 1935 -1937 / 1928 (amateur)

1901-1934

Euwe is in 1901 in Watergraafsmeer geboren. Zijn vader was daar onderwijzer. Beide ouders schaakten en op 4 jarige leeftijd had Maxje de spelregels al onder de knie. Op de HBS ging het aanvankelijk niet zo goed. Niet door het schaken maar omdat al zijn vrije tijd op ging aan voetballen! Pas toen hij in de vierde klas zat werd schaken zijn eerste hobby. In 1918 slaagde Euwe voor zijn eindexamen en ging wiskunde studeren aan de Gemeentelijke Universiteit. In de daarop volgende jaren groeide zijn schaakkracht, vooral omdat hij in Amsterdam sterke buitenlanders ontmoette zoals de Hongaren Maroczy, Réti en de Rus Tartakover.

1921 Den Haag - Tartakower - Mieses - Aljechin - Kostitch - Euwe - Davidson - Maroczy - Marco - Rubenstein - Yates

Ook speelde hij op toernooien in het buitenland. In 1921 werd hij voor de eerste keer Nederlands kampioen. Van de jaren twintig tot begin jaren vijftig heeft Euwe de Nederlandse schaakwereld volledig gedomineerd (in totaal werd hij 13 keer Nederlands kampioen). In de loop van de jaren twintig drong hij geleidelijk door tot de wereldtop. Hij won het toernooi van Hastings in 1923 en speelde in 1926/27 een match met Alexander Aljechin die hij nipt verloor (4½-5½). Ondertussen was hij in 1926 cum-laude gepromoveerd op een wiskundig onderwerp: “Differentiaalinvarianten van twee covariante-vectorvelden met vier veranderlijken”. In datzelfde jaar trouwde hij en ging lesgeven aan het Gemeentelijk Meisjeslyceum in Amsterdam.

In 1928 werd hij in Den Haag voor het eerst wereldkampioen door het Amateur Wereldkampioenschap Schaken te winnen. Deze titel stelde niet veel voor omdat de topspelers er niet aan meededen. Van meer belang waren matches die Euwe rond dezelfde tijd speelde met de 'FIDE-wereldkampioen' Efim Bogoljoebov, Euwe verlooor beide met 4½-5½.

Ook bij twee grote toernooien in 1928, in Bad Kissingen en Karlsbad, bewees Euwe dat hij opgewassen was tegen de wereldtop. In 1930 en 1934 won Euwe Hastings. In 1931 speelde hij een match tegen José Raúl Capablanca die hij met 4-6 verloor.

Wat Euwe onderscheidde van de meeste topschakers was dat hij amateur bleef. Euwe studeerde in Amsterdam wiskunde vanaf 1918. In november 1923 haalde Euwe zijn doctoraal in de wiskunde (cum laude). Hij werd wiskundeleraar. Aanvankelijk was Euwe waarnemer, daarna was hij gedurende twee jaar in Rotterdam wiskundeleraar aan een HBS, en vervolgens wiskundeleraar aan een meisjeslyceum in Amsterdam. In 1926 promoveerde hij bij L.E.J. Brouwer, opnieuw cum laude, op een proefschrift met de titel Differentiaalvarianten van twee covariante-vectorvelden met vier veranderlijken. In 1929 publiceerde hij een speltheoretische verhandeling over schaken vanuit een intuitionistisch perspectief. De titel was Mengentheoretische Betrachtungen über das Schachspiel.

Euwe wereldkampioen 1935 - 1937

 In 1933 bereikte hem een uitnodiging van Aljechin om een match te spelen, “desnoods om het wereldkampioenschap”. Euwe geloofde niet een kans te maken maar werd door de Oostenrijker Hans Kmoch van het tegendeel overtuigd. Euwe, die eigenlijk gestopt was met schaken, ging op de uitnodiging in en won op 15 december 1935 na 80 dagen, 30 partijen en 13 steden met de eindstand 15½-14½. Euwe speelde voor de eer, het prijzengeld van 10.000 gulden, iets meer dan 4500 euro, was geheel voor Aljechin. De Rus moest immers leven van zijn spel en was anders niet bereid zijn titel op het spel te zetten. Euwe moest het doen met een paar weken vrijaf ter voorbereiding. Euwe ging zich degelijk voorbereiden, niet alleen schaaktechnisch maar voor het eerst in de schaakgeschiedenis ook conditioneel. Hij ging zwemmen, tennissen, leerde zelfs boksen en begon de dag met een ijskoude douche.

Aljechin deed nooit aan sport, was een stevige drinker en fervent roker. In oktober 1935 was het dan zover. De confrontatie kende een ongekende media-aandacht. De eerste partij verloor Euwe maar de tweede won hij overtuigend. De negende partij werd gespeeld in Euwe’s eigen Meisjeslyceum, maar hij verloor en het stond 6-3 voor Aljechin. De nerveuze Aljechin zette zichzelf steeds meer onder druk. Hij wilde niet alleen winnen maar ook briljant spelen. Dat brak hem op in de tiende partij. Na de 15de partij in Baarn stond het gelijk: 7½ -7½ maar na de 19de partij in Zeist stond Euwe weer 2 punten achter. Daarna veranderde Aljechin van tactiek: hij ging consolideren. Euwe moest nu wel de rol van aanvaller op zich nemen. Na de 21ste partij stond het voor de tweede keer gelijk. Om deze laatste partij werd wel een rel geschopt. De pers beweerde dat Aljechin dronken zou zijn geweest. Euwe heeft dat altijd ontkend. De doorslag gaf de 26ste partij, de “Parel van Zandvoort” (Euwe deed van de 47 zetten er 19 met hetzelfde paard!).

1935 Euwe - Aljechin "De parel van Zandvoort"

Vlak voor het einde van de match stond Euwe 2 punten voor! De 27ste verloor hij echter, de marge was nog één punt. De 28ste en de 29ste eindigden beide met remise. De laatste partij in het Bellevue te Amsterdam was op een zondagavond. 2000 toeschouwers zaten in drie zalen op elkaar gepakt als was het een voetbalwedstrijd. Aan een gelijke eindstand van 15-15 zou Aljechin genoeg hebben. Hij slaagde daar niet in. Bij de 27ste zet stond hij 2 pionnen achter. Toch wilde hij, tot vlak voor het moment van afbreken, niet ingaan op Euwe’s remiseaanbod. Toen vroeg Aljechin aan Euwe: “Moeten we afbreken of kan ik u nu al feliciteren?” Zwijgend schudden zij elkaar de hand. Een daverend applaus en een gejuich brak los. Nadat het publiek eindelijk tot zwijgen was gebracht sprak Aljechin de woorden: “Es lebe Schachweltmeister Euwe, es lebe Schachliebend Holland”

1935 Euwe wereldkampioen

De wereldtitel van Euwe maakte nationaal veel enthousiasme voor het schaken los. Vele Nederlandse schaakclubs hebben als oprichtingsjaar 1935. Euwe verloor de titel in 1937 weer in een revanche-match met Aljechin (9½-15½). Er zijn overigens schakers die na analyse van de partijen tot de conclusie zijn gekomen dat hij in 1935 eigenlijk minder sterk was dan Aljechin, en in 1937 eigenlijk juist beter speelde.

1937 Euwe - Aljechin revanche match

In 1938 deed Euwe mee aan het AVRO-toernooi, het sterkst bezette toernooi tot dan toe. Hij scoorde 7 uit 14.

Na de oorlog

Euwe eindigde als tweede in het eerste grote toernooi dat na de Tweede Wereldoorlog werd gehouden, het Staunton toernooi in Groningen in 1946. Aangemoedigd door dit succes werd hij een aantal jaren profschaker, in dienst van de KNSB. De bedoeling was dat hij zich zo beter kon voorbereiden en meer kans zou maken om de wereldtitel terug te veroveren. Dit werd geen succes en Euwe's deelname aan het toernooi om het wereldkampioenschap in 1948 werd een fiasco.

1948 Euwe - Smyslov - Keres - Botwinnik - Reshevsky

Met 4 uit 20 eindigde hij afgetekend laatste. In 1949 keerde hij terug voor de klas en werd weer amateur-schaker. In 1953 vond zijn laatste optreden in een groot toernooi plaats. In het kandidatentoernooi van 1953 werd hij met 11½ uit 28 voorlaatste.

Euwe de schrijver

Euwe stond bekend als een schaker met een grote en gedegen openingskennis. Hij heeft vele schaakboeken geschreven, waaronder een serie over de opening, de serie Praktische Schaaklessen en het boek Oordeel en Plan. Deze boeken zijn op grote schaal vertaald. Misschien wel het bekendste boek bij leken is echter Oom Jan leert zijn neefje schaken, dat voor zeer velen de eerste kennismaking met het spel is geweest. Daarnaast schreef hij schaakrubrieken. Het kwam tijdens competitiewedstrijden regelmatig voor dat Euwe, door de relatief slechte tegenstand, zijn overtollige bedenktijd gebruikte om tijdens de partij zijn stukjes te schrijven. Dit had natuurlijk, of hij nu wilde of niet, een psychologisch effect op zijn tegenstanders. 

Hoogleraar

Hij werkte daarnaast veel aan zijn lichamelijke conditie en was amateurbokser. Na 1950 wijdde Euwe zich weer meer aan de wiskunde en de opkomende informatica. In 1964 werd hij benoemd tot buitengewoon hoogleraar in de methodologie van de automatische informatieverwerking aan de Nederlandse Economische Hogeschool te Rotterdam en tot gewoon hoogleraar aan de Katholieke Hogeschool te Tilburg.

Euwe als leraar

FIDE president

Van 1970 tot 1978 was Euwe president van de wereldschaakbond FIDE. Hij had een belangrijke rol bij de totstandkoming van de match om de wereldtitel Spassky - Fischer in 1972 te Reykjavik.

Euwe - Fischer

In 1981 begon Max Euwe aan het 10e Nederlands kampioenschap correspondentieschaak. Hij heeft dit toernooi niet kunnen voltooien. De nog openstaande partijen werden gearbitreerd, en hij eindigde postuum als vierde na Gert Timmerman, Kier Nienhuis en Joop van Oosterom.

Euwe overleed op 80-jarige leeftijd te Amsterdam. Hij was gehuwd met Carolina Elisabeth Bergman. Uit dit huwelijk werden 3 dochters geboren, onder wie Caroline Euwe.

Herinneringstekens

Naar Max Euwe is een prijs genoemd - de Euwe-ring. In 2001 verscheen een blokje van twee postzegels met een beeltenis van Euwe. Naast Nederlandse postzegels zijn er ook postzegels met zijn beeltenis in Mongolië en Joegoslavië verschenen. In 1982 werd in Amsterdam het Max Euwe Centrum opgericht. Naar Euwe is in Amsterdam ook een plein genoemd. Op 7 mei 2004 werd op dit plein een standbeeld van Euwe onthuld. Het is vervaardigd door beeldend kunstenares José Fijnaut en is een initiatief van de ondernemersvereniging Max Euweplein.

Max Euwe plein

Geen producten gevonden voor deze selectie.