Rond 800 kreeg Karel de Grote een schaakspel van de Kalief van Bagdad, die bekend is van de verhalen van 1001 nacht. Vaak werden deze schaakspelen gemaakt van dure materialen, zoals ivoor. Hieronder zie je een schaakstuk van het schaakspel van Karel de Grote. Hierna leerde men overal in Europa op de hoven en kastelen schaken. Zowel mannen als vrouwen schaakten. Schaken was een onderdeel geworden van de hoofse opvoeding. Ook veel bisschoppen (een bisschop is een hoge bestuurder van de Katholieke Kerk) en andere geestelijken speelden graag schaak. De vizier van het arabische schaak werd de koningin en de olifant werd de loper, maar de loop van de stukken was nog steeds zoals bij de oude Perzen. Wel kreeg het schaakbord de gekleurde velden. |